Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Die den HEERE haten, zouden [35]zich Hem geveinsdelijk onderworpen hebben, maar [36]hunlieder tijd zou eeuwig geweest zijn. 35. Zie de aantekening bij Deut.33:29. Zie ook hfdst.66 vs.3. 36. Te weten, mijns volks tijd, dat is welvaart, gelukzaligheid. De zin is dat zij een langdurig en goed leven zouden gehad hebben.